Als echte karpervisser worden er vaak weinig uitstapjes gemaakt om andere vissoorten te vangen. Stromend water is wel zijn uitzondering. Hier kan aan de oppervlakte vaak actief gevist worden op grote voorns, met een enkele leuke grotere verrassing er tussen. Het is een vrij simpele visserij, mits de eenden je met rust laten. Veel heb je hiervoor niet nodig. Natuurlijk een plaats waar stromend water en een goed bestand aan witvis te vinden is. Daarnaast een kleine vlokdobber, wat brood, maden of casters en hemp zaden is genoeg. Het brood kan zowel drijvend als licht zinkend aangeboden worden. Hoe meer je het brood kneed hoe sneller het doet zinken. Als je de haak enkel door een korstje slaat heb je juist goed drijvend aas, dat best een of twee driften kan aanhouden. De dag start met het lokaliseren van de vis. Door het aanbieden van wat broodkorsten op verschillende plaatsen in de kanten, is het vaak mogelijk om binnen korte tijd de vis te vinden. De betere voorns liggen vaak iets verder van de kant. Door te zien, waar de ruisvoorns het brood happen, kan je hiernaast goed een driftende korst aanbieden. Let hierbij wel op dat de vislijn niet zinkend is. Fluor carbon lijkt een goede optie, omdat dit bijna wegvalt in het water, echter zinkt het ook snel. Een licht nylon vislijn is vaak het beste alternatief. Nu is het goed de dobber volgen en de losse lijn zo goed als mogelijk in een direct lijn naar de dobber te laten lopen om snel contact te kunnen maken. Vaak wordt het aas aggressief opgenomen. Zeker gedurende een langere tijd van strooien van hemp zaden en maden, worden de aanbeten steeds enthousiaster. De voedselnijd is dan vaak groter geworden, omdat steeds meer vis is geattendeerd op een makkelijk maaltijd. Zorg dus wel voor een goed gevulde viskoffer met aas, want als het goed loopt is het wel zaak om de vis actief te houden. Anders zal je weer van start aaf aan moeten beginnen om de vis te spotten.
|
http://sportvisgigant.nl/ |